Elk jaar moet een vzw een jaarrekening opstellen. Deze bestaat uit overzicht van de ontvangsten en uitgaven van de vzw maar daarnaast ook uit de staat van het vermogen.
De staat van vermogen bestaat uit vier rubrieken die verder worden opgesplitst
1. Bezittingen
- Onroerende goederen: dit zijn goederen die niet verplaatsbaar zijn. (Typisch gebouwen)
- Machines: machines die de vzw mogelijk bezit
- Roerende goederen en rollend materieel: andere goederen die de vzw bezit (Bv meubilair)
- Voorraden: dit bevat de goederen die werden aangekocht met het oog deze ook te verkopen. De waardering gebeurt op basis van de aankoopprijs van de nog niet verkochte goederen (excl. BTW)
- Schuldvorderingen: dit zijn alle openstaande facturen die door te ontvangen nog moeten betaald worden. Verkopen die je niet langer gaat kunnen ontvangen (bv door faillissement van klant) moeten je niet opnemen. Je moet dit wel vermelden in de toelichting.
- Geldbeleggingen: dit zijn de financiële middelen van de vzw belegd heeft.
- Liquiditeiten: dit zijn de financiële middelen van de vzw die onmiddellijk beschikbaar zijn. M.a.w. het geld dat op de bankrekeningen en het cash geld in kas.
- Andere activa: dit zijn de bezittingen die niet onder de voorgaande rubrieken vallen.
2. Schulden
- Financiële schulden: bijvoorbeeld een lening bij de bank
- Schulden ten aanzien van leveranciers: dit zijn alle openstaande facturen die de vzw nog moet betalen.
- Schulden ten aanzien van leden: dit is wanneer een lid geld heeft voorgeschoten, maar dit nog niet terugbetaald is.
- Fiscale, salariële en sociale schulden: dit zijn de lonen dit nog moeten worden betaald + gekende belastingen en BTW die nog moeten worden betaald op het einde van het boekjaar.
- Andere schulden: dit zijn de schulden die niet ondergebracht kunnen worden in de bovenstaande rubrieken.
3. Rechten
- Beloofde subsidies: subsidies waar je recht op hebt, maar die nog niet zijn toegekend
- Beloofde schenking: Dit is gelijkaardig met beloofde subsidies. Maar hier gaat het over schenkingen.
- Andere rechten: Hieronder vallen rechten die niet in de andere rubrieken kunnen worden opgenomen.
4. Plichten
- Hypotheken en hypotheekbeloften: een hypotheek op een gebouw is hier een voorbeeld van.
- Gegeven waarborgen: de waarborgen waarvoor de vzw zich heeft borg gesteld.
- Andere verbintenissen: verplichtingen die niet vallen onder de bovenstaande twee rubrieken.